Hoe het trainen van de buikspieren, de rug van je paard NIET bol maakt...

Gepubliceerd op 23 juni 2025 om 15:15

Heb jij ook altijd geleerd dat je de buikspieren van je paard moet trainen? Dat ze zorgen voor een bolle rug en dus voor gezonde beweging?

Het klinkt logisch. Maar klopt het ook?

Wat als die zichtbare, gespannen buikspieren helemaal geen teken van kracht zijn… maar juist van disbalans, compensatie of zelfs ongemak?

Wat doen buikspieren écht?

We praten vaak over buikspieren alsof ze de core van het paard vormen. Alsof het trainen van die buikspieren dé sleutel is tot een sterke, dragende rug. Maar hoe goed begrijpen we hun werk eigenlijk?

De buikspieren zijn essentieel voor het functioneren van het paard – maar misschien niet op de manier waarop jij dacht.

De primaire functies van de buikspieren zijn:

  • Fysiologisch ondersteunen van het lichaam: ze helpen bij:
    • Ademhaling 
    • Mesten en urineren
    • Bevallen
  • Ze helpen bij het stabiliseren van de organen in beweging

Buikspieren zorgen NIET voor een "bolle" rug

Een veelvoorkomend misverstand: dat aangespannen buikspieren automatisch betekenen dat de rug naar boven komt – dat er een soort hefboomwerking is waarbij de buik de rug optilt.

Dat beeld klopt niet.

Wat ze wel doen: ze initiëren geen flexie van de wervelkolom. Ze zorgen niet voor een ‘opbollende’ rug. Hun rol is ondersteunend en stabiliserend. Ze voorkomen dat de rug te ver doorzakt. 

De wervelkolom van je paard wil je niet hol of bol

De wervelkolom van een paard is namelijk geen slinger of veer die je zomaar buigt en strekt. Integendeel — het ruggenmerg loopt erdoorheen als een kwetsbare communicatiekabel. Als de rug te veel hol of bol trekt, kunnen er kinken ontstaan in dat systeem. Denk aan een tuinslang: hoe rechter, hoe beter de doorstroming. Datzelfde geldt voor de overdracht van zenuwimpulsen bij je paard. 

De buikspieren helpen mee om die rechte, stabiele “brug” tussen voor- en achterhand te ondersteunen. Ze beperken overmatige doorzakkingen (extensie) en beschermen daarmee de integriteit van de wervelkolom. Maar ze zijn niet de krachtbron achter het bol maken van de rug — en ze zouden dat ook niet moeten zijn.

Dus: een goed werkende wervelkolom is niet extreem in beweging, maar subtiel gestabiliseerd. De buikspieren helpen daaraan mee – niet door de rug op te trekken, maar door te zorgen dat hij niet instort.

Maar wat dan met die duidelijk zichtbare buikspieren tijdens het trainen?

Je hebt het vast ook al wel gezien: paarden met een duidelijk zichtbare, strakke buikspierlijn tijdens het trainen. Is het jou ook al opgevallen dat wanneer je zoiets ziet, het paard vaak ook een holle rug heeft?

Daar komt precies zijn functie terug: de rug helpen stabiliseren. Hoe feller de buikspieren zichtbaar zijn, hoe harder ze werken om de neerwaartse kracht te beperken. Geen plaatje wat ik graag zie dus...

Daarnaast kunnen sterk aangespannen buikspieren op ander ongemak wijzen, zoals ademhalingsproblemen en buikpijn

Conclusie

Vergeet de theorie van 'buikspieren trainen' als je functioneel wil trainen. En zijn de buikspieren toch duidelijk zichtbaar bij jouw paard? Dan is het wellicht een goed idee om uit te zoeken hoe dat komt!

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.